Sinds 2012 is in de Wet IB 2001 een artikel opgenomen waarin staat dat het afzien van vergoedingen kan kwalificeren als aftrekbare gift. Het moet dan gaan om een vrijwilliger die aanspraak kan maken op de vrijwilligersvergoeding.
Het afzien van een vergoeding levert een aftrekbare gift op als is voldaan aan de volgende voorwaarden:
- de algemeen nut beogende instelling (ANBI) waarvoor de vrijwilliger werkt moet een verklaring hebben afgegeven waaruit blijkt dat de vrijwilliger zich heeft ingezet voor de ANBI;
- die vrijwilliger moet aanspraak hebben op maximaal de onbelaste vrijwilligersvergoeding;
- de ANBI moet bereid zijn en in staat zijn de vergoeding uit te betalen aan de vrijwilliger;
- de vrijwilliger die aanspraak wil maken op de giftenaftrek moet zelf over de vergoeding kunnen beschikken en aan kunnen geven de vergoeding te willen ontvangen.
1. Inhoud verklaring
In de verklaring die de ANBI afgeeft moet staan dat de vrijwilliger zich voor de ANBI heeft ingezet en recht heeft op de onbelaste vrijwilligersvergoeding. Staat er in een verklaring dat recht bestaat op betaling van bedragen die boven het maximale bedrag van de vrijwilligersvergoeding uitkomen, dan voldoet de verklaring niet en bestaat geen recht op giftenaftrek voor de vergoedingen waarvoor is afgezien.
2. Aanspraak op vrijwilligersvergoeding
Er moet een concrete aanspraak zijn op de vrijwilligersvergoeding. De ANBI moet de intentie hebben de vergoeding onvoorwaardelijk uit te keren. De vrijwilliger moet de uitbetaling min of meer kunnen afdwingen. Daarbij moet ook de hoogte van de aanspraak concreet zijn.
3. De ANBI moet financieel in staat zijn tot uitbetaling van de vergoeding
Als een ANBI niet in staat is om de vergoeding uit te betalen, kan het afzien van de vergoeding ook niet tot een aftrekbare gift leiden. De belanghebbende die de niet uitbetaalde vergoeding als gift in aftrek wil brengen, moet aannemelijk maken dat de ANBI in staat is de vergoeding daadwerkelijk uit te betalen.
4. De vrijwilliger moet zelf over de vergoeding beschikken en kunnen kiezen om de vergoeding te houden
Als in de vrijwilligersovereenkomst is opgenomen dat de vrijwilliger de uurvergoeding beschikbaar moet stellen aan de ANBI, is van een vrijwillige bijdrage geen sprake. Dan is er geen aftrek als gift. De vrijwilliger moet aantonen dat hij een reëel recht heeft op uitbetaling van de vergoeding.
Afzien van te declareren, maar niet gedeclareerde kosten
Ook het afzien van een vergoeding voor daadwerkelijk gemaakte kosten kan een gift zijn. Het moeten dan kosten zijn die daadwerkelijk zijn gemaakt en die naar algemeen maatschappelijke opvattingen behoren te worden vergoed.
Als een vrijwilliger afziet van zijn recht op kostenvergoeding, dan is het afzien van zijn kostendeclaratie een gift indien en voor zover de gemaakte kosten hoger zijn dan de vrijwilligersvergoeding waarop de vrijwilliger recht zou hebben gehad.
Bedragen vrijwilligersvergoeding per 1 januari 2019
Sinds 1 januari 2019 bedraagt de onbelaste vrijwilligersvergoeding per jaar maximaal € 1.700 en per maand maximaal € 170. De vergoeding mag daarbij per uur niet hoger zijn dan € 5.